woensdag 25 januari 2012

WAKKER WORDEN UIT MIJN WINTERSLAAP

Voor degenen die het ontgaan was: Ik zit nu al bijna drie maanden thuis, omdat het de afgelopen periode erg lastig was een nieuw detacheringsproject te vinden. Niet werkloos thuis dus, want die tijd hebben we twee jaar geleden al gehad en laten we die periode alsjeblieft zo snel mogelijk vergeten, maar meer 'projectloos'.

Vorige week kreeg ik echter mail van mijn werk. Dat ik deze week drie intakegesprekken zou hebben. Drie! Zo heb je wéken niets en heb je alle tijd om de badkamer te schilderen en een inbouwkast in elkaar te boren en zo heb je er opeens drie! Gister twee en vandaag eentje.

Om half twaalf gisterochtend stond de eerste gepland. In Roelofarendsveen of all places. Nee, niet naast de deur inderdaad, maar dat maakt me niets uit. Sterker, dat vind ik juist wel leuk, zo ver van huis. De tweede was in Zaandam, inderdaad ook niet dichtbij, maar wel weer dichtbij Roelofarendsveen (wat de gemiddelde Roelofarendsveenaar en Zaandammer ongetwijfeld niet met me eens zullen zijn, maar ik vind alles wat in de Randstad ligt nou eenmaal dichtbij elkaar) én dichtbij Amsterdam, de grote boze hoofdstad (volgens één van de teamleiders van de afdeling waar ik zou komen te werken, slechts twaalf minuten!) en dát vind ik wat je noemt de kers op de taart. Hoe het ook zij, de gesprekken waren de afgelegde kilometers meer dan waard.

Want toen ik op de terugweg om vijf uur een dikke vette quarter pounder met franse frietjes bij de McDonalds langs de snelweg aan het naar binnen werken was, werd ik gebeld. Door mijn werk.
"Ik heb goed en slecht nieuws," zei mijn collega.
"Ow?" antwoordde ik, terwijl ik net een frietje wegslikte, "Vertel..."
"Ik zal maar met het slechte nieuws beginnen," ging mijn collega verder, "en dat is namelijk dat je gesprek morgen niet door zal gaan."
Ik schrok. Wat was er nu weer?
"Waarom niet?" vroeg ik voorzichtig.
"Omdat... En hier komt het goede nieuws... Je in Roelofarendsveen mag beginnen!"
Ik voelde dat mijn hartje een slag oversloeg. Van vreugde.
"Echt?" vroeg ik verbijsterd, omdat ik het niet kon geloven. De bank zou immers morgen nóg een gesprek met iemand anders hebben voor dezelfde functie.
"Dat gaat niet meer door," antwoordde mijn collega, "want blijkbaar heb jij zo'n verpletterende indruk gemaakt dat ze die ander niet eens meer hoeven spreken."
Ik viel stil van verbazing.
"En wanneer mag ik beginnen?" stamelde ik.
"Als het goed is volgende week al!"

Het gebeurt me niet vaak, maar ik viel stil van de plotselinge aangename verrassing. Ik wilde nog van alles vragen aan mijn collega, maar er kwam op dat moment niets in me op. Ik zei alleen dat ik het geweldig en fantastisch vond en dat ik er zin in had. Of zoiets. Hij lachte om mijn reactie en hing op met de mededeling dat hij me zou mailen.

Ik stond op, gooide het zakje van de quarter pounder en het frietdoosje, die inmiddels leeg op mijn dienblad lagen in de ton en liep naar buiten. Ongelooflijk, dacht ik. Volgende week al! In Roelofarendsveen. Ik hoopte meteen dat ik leuke collega's zou krijgen om de Bollenstreek mee te ontdekken. Ik startte de auto en reed weg. En ik realiseerde me opeens één ding:

Het is tijd om te ontwaken uit mijn winterslaap, want la vida loca is about to start again!

donderdag 19 januari 2012

IQ TEST

Dat is toch wel typisch. Dat je niet eens van plan was om zo’n test af te leggen, sterker nog, dat je niet eens wíst dat de test nationaal afgenomen zou worden, maar dat je er via Facebook achter komt en dan toch maar meedoet. Niet eens omdat je twijfelt aan je intelligentie of omdat je toevállig net aan het oriënteren bent op master studies en benieuwd bent of je daar qua intelligentie überhaupt wel geschikt voor bent. Maar gewoon. Omdat het leuk is. Omdat een groot deel van Nederland op hetzelfde moment dezelfde test aan het afleggen zou zijn en omdat ik stiekem toch wel heel erg benieuwd was naar de uitslag. En dat de uitslag dan zó goed is, dat je het opeens zeker weet: die master studie, die gaat er komen!

Ik maakte een paar stomme fouten. Zoals fouten meestal stom zijn, achteraf gezien. Het eerste gedeelte, het taalgedeelte, ging goed. Maar toen de spreekwoorden kwamen, wist ik dat ik de mist in zou gaan. Toch had ik er maar één van de drie fout. Aan de klauw kent men de leeuw, was een spreekwoord waar ik nog nooit van gehoord had, maar die ik nu niet snel meer zal vergeten. De rekensommen gingen verbazingwekkend goed; ik heb volgens mij een verlate reken-/wiskundeknobbel ontwikkeld. Echt, waar wiskunde op het VWO voor mij Chinees was, haalde ik later tijdens mijn studie zelfs achten voor het vak. En niet toevallig, nee, ik snápte het daadwerkelijk. Er ging een wereld voor me open. Dus zo verbazingwekkend is het dan ook weer niet dat die vragen zo goed gingen.

In het logica-gedeelte ging ik iets vaker de mist in dan ik gedacht had. Ik ben er normaliter vrij goed in, zoals alle vrouwen, zo werd gezegd, maar nu moest ik helaas met (volgens mij) drie vragen verstek laten gaan. Mijn korte termijn geheugen daarentegen was vrij goed en ik moet eerlijk zeggen dat daar een vraag tussen zat die ik per ongeluk goed had. En van de drie vragen over het lange termijn geheugen had ik er gelukkig ook maar eentje fout.

Al met al vond ik de test lastig. Als ik in de zaal had gezeten was ik waarschijnlijk een paar keer te laat geweest met drukken voor het antwoord en ik was dan ook verbaasd toen de juiste antwoorden voorbij kwamen. Het ging redelijk goed, ik zat op tien fouten, totdat die laatste lange-termijn-geheugen-vraag voorbij kwam en ik nóg een foutje moest aanstrepen. Elf fouten dus.

En wat bleek nou? De beste score in de zaal was iemand met niet meer dan… elf fouten! Ik zou dus de beste score gehad hebben als ik in de zaal had gezeten! Je zóú dan denken dat de mevrouw met deze score en ik hetzelfde IQ hebben, maar wat bleek? Madame viel in de categorie 50+, waardoor zíj een IQ had van 149 en ik… Ik ‘slechts’ 137.

Maar niet getreurd hoor. Ik ben pas 29, dus tegen de tijd dat ik de vijftig gepasseerd ben, is mijn IQ zo hoog dat de test op hol zou slaan, omdat hij mijn intelligentie niet aan zou kunnen. Haha! Grapje natuurlijk. Maar even zonder dollen. 137! Da’s nie slecht! Sterker nog, da’s hartstikke goed! Dat is iets waar je mee thuis kan komen! Het is gelijk aan universitair + niveau en dat, dames en heren, ga ik niet onder stoelen of banken steken. Daar ben ik trots op!

En dat ik dan net van de week bezig was met oriënteren op master studies. Dat is dan weer toevallig. Voor zover toeval bestaat natuurlijk. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat Murphy zijn wet weer eens aan het toepassen was, zoals hij hier al eens deed, of werkt die goeie man juist andersom? Hoe het ook zij, deze uitslag is wel degelijk een extra motivatie om aan zo’n studie te beginnen. Welke dat wordt? Ik heb een voorkeur. Stay tuned en het zal vanzelf duidelijk worden of ik mijn IQ daadwerkelijk ga toepassen binnen een wetenschappelijke omgeving of dat het getal 137 slechts een getal blijft, een uitslag van een testje op televisie waar verder geen waarde aan wordt gehecht.

Spannend!


PS: Ik pin me er niet op vast hoor, op die test. Het is maar een momentopname. Ik heb ook wel eens zo’n test tijdens sollicitaties afgelegd, waarbij ik ooit, toen ik héél slecht in mijn vel zat, met de hakken over de sloot ‘geslaagd’ was, terwijl ik bij een sollicitatie een jaar eerder, juist met vlag en wimpel slaagde. Bizar hoe de uitslag kan verschillen.

woensdag 18 januari 2012

SPRING IS IN THE AIR

Het lijkt er op dat de weergoden me goed gezind zijn dit jaar!

Schreef ik een paar weken geleden nog over hoe zeer ik geen wintermens ben en dat ik januari en februari de vreselijkste maanden van het jaar vind, omdat na de donkere decembermaand de lente zou moeten beginnen, in plaats van nóg een paar maanden kou en duisternis, lijkt het dit jaar mee te vallen. Geen sneeuw, geen 'onmeunige' vrieskou (-6 is nog te doen, toch?) en zelfs een beetje zonneschijn.

Fair enough... Het is nog niet helemaal lente (en dat gaat natúúrlijk ook nog wel een hele tijd duren), dus heb ik de lente maar in huis gehaald!

maandag 16 januari 2012

30 GOING ON 18

Afgelopen zaterdag kwam ik, na een heerlijke tapa's date met vriendin M, terecht op de verjaardag van haar zus.

Het was er niet druk en de meeste mensen die er waren, kende ik niet. Ik nam plaats naast een man die ik nooit eerder gezien had. M's zus schonk een glaasje rosé voor me in en toen ik mijn eerste slokje nam begon de man tegen me te praten.
"Goh," vroeg hij, "wat drink jij eigenlijk?"
Ik keek hem aan.
"Rosé," antwoordde ik. "Ik drink roze wijn."
Ik lachte er om, in de veronderstelling dat de man weleens eerder een glas rosé gezien had.
"Enne... Waar smaakt het naar dan?" vroeg hij vervolgens.
Weer keek ik hem aan.
"Naar wijn."
Hij leek niet tevreden en bleef vragend kijken.
"Is het een soort kinderbier?" vroeg hij vervolgens.
Ik was blij dat ik niet net een nieuwe slok had genomen, want ik proestte het uit.
"Nee," antwoordde ik, "dit is gewoon een volwassen glas wijn."

Even later probeerde hij weer een gesprek aan te knopen.
"Waar kom je eigenlijk vandaan?"
Ik keek hem aan.
"Hier, uit het dorp," antwoordde ik en ik vroeg belangstellend waar hij vandaan kwam.
"En? Ben je hier geboren en getogen?" vroeg hij, nadat hij had verteld waar hij vandaan kwam en door zijn vrouw in het dorp terecht was gekomen.
Ik vertelde hem dat ik hier inderdaad ben getogen.
"Waar woon je dan precies?"
Ik vertelde hem in welke straat ik woon.
"Is dat bij de oude bieb?"
"Ja," antwoordde ik, "dat is bij de oude bieb."
"En woon je nog bij je ouders?" vroeg hij vervolgens.
Weer was ik blij dat ik niet net een slok wijn had genomen, want ik proestte het weer uit.
"Nee joh," zei ik, "ik ben al bijna tien jaar het huis uit."
Zijn ogen werden groot.
"Echt? Zo lang al? Woonde je dan op je achtste al op jezelf of zo?"
Ik proestte nu nog harder.
"Nee hoor!" zei ik, "ik was twintig!"
Zijn ogen werden zo mogelijk nog groter.
"Hoe óúd ben je dan?" vroeg hij, duidelijk niet in staat om twintig plus tien uit te rekenen.
"Ik word in juni dertig," zei ik.
Hij zweeg en keek me met grote ogen aan.
"Echt?"
Ik knikte.
"Echt waar."

Over iets minder dan vijf maanden is het al zo ver!

vrijdag 13 januari 2012

HOME MAKE OVER!

Opeens was ik het zat. Er móést iets veranderen!

Ik heb de luxe te beschikken over drie kamers boven en van een van die kamers had ik, toen ik hier kwam wonen een 'studeerkamer' gemaakt. Ik zet studeerkamer tussen aanhalingstekens, omdat de kamer, ondanks het feit dat er een bureau en een boekenkast vól met (studie)boeken staan, meer een rommelkamer was geworden. Er stonden koffers, een stofzuiger, volle zakken met oude kleding, een keukendeur en zelfs de oude keukentafel van mijn moeder die hier ooit als eetkamertafel gefungeerd had, toen ik er nog niet uit was wat voor eetkamertafel ik wilde hebben.

Bovendien stond er een kledingrek, waar al mijn jasjes, vesten, jurkjes en pantalons aanhingen. In al die tijd dat ik hier woon, had ik namelijk nooit een fatsoenlijke kast gehad. Ik vond het te duur, te veel werk, en vond het wel best om een deel van mijn kleding aan het rek te hangen, een deel in mijn ladekast in mijn slaapkamer te leggen (ik vond zelfs truien achterin de lades waarvan ik niet eens meer wist dat ik ze nog had!) en het andere deel in de 'logeerkamer' op het bed te gooien (vooral beddengoed, dat ik niet eens opvouwde, maar zo bovenop het bed gooide, omdat ik er anders geen plek voor had). Toegegeven: erg praktisch was het niet. En toen ik afgelopen vrijdag de 'studeerkamer' binnenkwam en zag dat het kledingrek in elkaar was gezakt (op zich niet zo erg, de kleding hing zo juist precies op mijn hoogte, haha), kreeg ik het opeens in mijn hoofd: Hier moest iets aan veranderen. En wel nu!

Ik had er al vaker over nagedacht. Om van de 'logeerkamer' een inloopkast te maken. De kamer is klein, maar voor een inloopkast juist huge. Ik had nog twee kledingroedes, die ik ooit nog met Ulises bij de Ikea had gekocht, die nog in het plastic verpakt waren en waar ik dus nooit iets mee gedaan had. Ik ging naar de site van Ikea. En vond de Expedit boekenkast (waarvan dus ook al een variant op de 'studeerkamer' staat) en besloot dat die kast perfect zou zijn om mijn truien, shirtjes, rokjes en beddengoed in kwijt te kunnen.

Ik begon te meten. Eerst de lengte van de roedes en op een of andere manier was ik in de veronderstelling dat twee Expedit kasten niet zouden passen. Ik reed naar Ikea en kocht één kast. Ik whatsappte mijn broertje en vroeg hem of ik zijn boor mocht lenen (waarop hij antwoordde dat hij geen tandarts was...) en besloot mijn plan uit te voeren. Op zaterdagochtend kwam hij langs om de boor te brengen, waarop ik hem vroeg of ik ook even gebruik mocht maken van zijn spierballen. Samen verhuisden we het logeerbed (waar ik inderdaad in dit stukje over schreef) naar de 'studeerkamer'. Hij vroeg me of ik me zou redden met de boor, want ik had nog nooit eerder geboord, maar verzekerde hem dat het goed zou komen. "Laat mij maar schuiven!" zei ik, waarop hij vertrok.

's Middags had ik de Expedit kast in elkaar gezet en had ik de roede aan de ene kant in de muur en aan de andere kant in de kast geboord. Helemaal waterpas (zelfs zonder waterpas!), toen ik tot mijn verbazing zag dat er genoeg ruimte was voor nóg een Expedit kast. Ik vroeg me af wat er mis was met mijn meetvermogen, maar ik besloot er niet te lang bij stil te staan. Ik sprong in de auto en reed naar de Ikea, waar ik enthousiast met karretje en al bij stelling 14 aankwam om er achter te komen dat juist díé Expedit variant uitverkocht was. Dinsdag zou hij er pas weer zijn.

Ik baalde als een stekker, want ik wilde natuurlijk graag afmaken waar ik aan was begonnen. En omdat ik niet niets wilde doen, besloot ik zondags met mijn tweede project te beginnen. Het schilderen van mijn twintig jaar oude badkamer. Ik was de matte grijzige tegels met op sommige zelfs beeldige blauwe bloemetjes al tijden spuugzat. Om nog maar te zwijgen van de lelijke donkergrijze voegen en de schimmel in de dikke donkergrijze kitranden in de douche. Ik besloot dat iemand als ik geen genoegen meer kon nemen met zo'n ouderwetse rotzooi en vond dat er drastisch iets moest veranderen. Maar voordat ik daar aan kon beginnen, moest ik eerst wat dingen slopen. Doucheplankjes, een oude spiegel en een oude wc-papierhouder. Ik was nog niet eens klaar met slopen of ik had al spierpijn en toen moest het schilderen nog beginnen. Ik stopte de gaten in de tegels en de voegen dicht met allesvuller, waarna ik eindelijk kon beginnen met schilderen. 's Nachts om half één was ik klaar en had ik een spierwitte badkamer.

De volgende ochtend werd ik wakker en schilderde de boel nog een keer over. Ik kocht bij de Hema nog een pot hoogglans RAL 9010 om de oude verroeste radiator te schilderen en besloot toen maar meteen de kozijnen en plafondplinten mee te pakken, die ik notabene zelf destijds gelig had geschilderd (vreselijk!). Mijn moeder kwam langs en kreeg een rolberoerte bij het zien van de potten verf, de fles terpentine, de schroevendraaiers, de rollen afplaktape, de klauwhamer, de rolmaat, de vuile doeken, de vuilniszakken en de kranten die op de grond lagen, waardoor ze binnen vijf minuten weer was vertrokken. Het maakte me niet uit, want ik was content met hoe de badkamer was geworden. De grijze voegen waren weg, de blauwe bloemetjes waren weg, de kitranden waren weg en... de schimmel was weg!

Dinsdags sprong ik weer in mijn auto om de tweede Expedit kast op te halen. Binnen een half uur had ik hem in elkaar geschroefd en de tweede kledingroede tussen de twee kasten geboord. Ik keek ernaar en klopte met mijn rechterhand op mijn linkerschouder, terwijl ik een vreugdedansje maakte. Was me dat even goed gelukt! Ik sprintte naar de 'studeerkamer' waar het kledingrek met mijn mooie vesten en jasjes nog steeds in elkaar gezakt stond en begon als een bezetene alles over te hevelen naar mijn nieuwe kast. Ik haalde de truien uit mijn ladekast en legde ze netjes op de Expedit planken en ik vouwde voor het eerst sinds ik hier woon mijn beddengoed op en legde ze eveneens netjes op een plank. Project 1 was klaar. En hoe! Ik gooide de foto meteen op Facebook.


Woensdags maakte ik de badkamer af. Ik boorde mijn nieuwe wc-rolhouder aan de muur en boorde een plankje aan de muur boven de wc. Ik plakte tegelstickers van de Xenos op de tegels als decoratie en ik plakte mijn nieuwe spiegel met spiegellijm aan de muur. Ik zette er een bekertje onder als ondersteuning, zoals op de beschrijving stond, maar ik merkte dat de spiegel niet goed plakte. Ondertussen hing ik nog even de lamp in mijn nieuwe inloopkast opnieuw op, omdat die naar beneden was gezakt (wat zakt er toch veel naar beneden in dit huis! Zou er daarom geen man bij me blijven? Doordenkertje… Haha!) en toen ik 's avonds tegen tienen de 'studeerkamer' die nu met de komst van het logeerbed dus ook 'logeerkamer' was geworden, aan het stofzuigen was, hoorde ik opeens een enorme knal. Ik wist meteen wat het was en een kleine blik om het hoekje bevestigde mijn vermoeden. De spiegel was naar beneden gedonderd. In duizend stukjes. Ik besloot het te laten liggen en bedacht me dat omdat alles zó goed was gegaan, er wel iets mis móést gaan. Ik at nog een pasta'tje (want ik had hónger!) en tegen twaalven besloot ik dat terwijl ik de boel opruimde, scherven over het algemeen geluk brachten en dat deze dat ook zouden doen.


Een goed begin van een gelukkig 2012 zullen we maar zeggen!

De badkamer vóór de make over (om maar even aan te geven hóé erg het was...)

De badkamer na de make over (een nieuwe badkamer voor 27 euro!)

donderdag 5 januari 2012

LOGÉ

En toen was het 2012. En... gebeurde er niets!



Het is winter. Het is niet eens koud, maar het stormt. En het regent. Het is guur. Het is binnen-blijf-weer. Dus wat dat betreft komt het misschien wel goed uit dat ik nog steeds geen nieuwe werkopdracht heb. Het gevolg is echter dat ik thuis zit. Hele dagen. Thuis. Alleen. De deur uitgaan is geen optie. Want het waait te hard of het regent te hard. En bovendien zou ik dan geld uitgeven. En dat wilde ik deze maand eens even ietsje minder gaan doen. Niet veel spannends in mijn leventje dus.

Winter is sowieso niet mijn favoriete seizoen. Ik merk ieder jaar, sinds ik terug ben in Nederland, dat ik met weemoed afscheid neem van de zomer, zodra het kouder wordt. Gek, want ik was op Curaçao en in Argentinië juist die hitte zo beu. Ik vind het verschrikkelijk dat ik niet even lekker de deur open kan zetten en naar buiten kan lopen. Dat ik niet even met mijn gezicht een paar zonnestraaltjes kan meepikken. Dat ik niet zomaar even de fiets kan pakken, zonder omver gewaaid te worden of uit te glijden (zal die voorspelde ijsrotzooi nog komen deze winter of niet?). Dat ik niet naar buiten kan, zonder eerst een jas aan te trekken en een sjaal om te doen, tenzij ik het leuk zou vinden om snipverkouden te worden (wat ik overigens ook ben, omdat ik het vaak vertik om een jas aan te trekken. Veel te veel werk!)

De winter komt met zóveel ongemakken, dat ik merk dat ik mijn leven gewoon een beetje on hold zet. Het begint al in november, maar omdat de feestdagen dan in het verschiet zijn, is het nog leuk. De donkere dagen voor kerst zijn gezellig. Kaarsjes aan, verwarming aan, dekentje over, niets meer aan doen. Maar dan komt januari. En zou je denken dat de donkere dagen voorbij zijn. Dat een nieuw jaar is begonnen en de donkere periode geweest is en het weer licht wordt. Maar de deceptie is ieder jaar weer enorm als ik merk dat 1 januari exact zo'n dag als 31 december is en dat het dan nóg twee maanden duurt voordat het allemaal weer een beetje opklaart.

Goed. Geen wintermens dus. Geen nieuws of leuke dingen meegemaakt. Nog geen spannende verhalen of anekdotes in 2012. En dus gaan we voor de laatste leuke anekdote nog even terug naar 2011. Naar kerst 2011 welteverstaan. Komt ie!

Met kerst is het altijd feest in mijn dorp. Alleen al voor de feesten zou ik hier blijven wonen, of er in ieder geval voor terugkomen. Ik weet zeker dat het eerste kerstdag nergens zo gezellig is als in Denekamp. Dat moet ook de broer van mijn goede vriendin M gedacht hebben. Hij woont niet in Denekamp, zij wel. Hij verveelde zich en dus haalde zij hem over om mee te gaan feesten in ons dorp. En zo geschiedde.

Ongeveer op de helft van de avond vroeg hij zich af hoe hij thuis zou moeten komen. M zei tegen hem dat hij wel bij haar en haar vriend kon blijven slapen. Echter had ze geen logeerbed, waardoor hij op de bank zou moeten slapen. Hij baalde en maakte duidelijk dat hij dat niet wilde. Hij zou wel een taxi nemen naar zijn woonplaats. Ik hoorde het gesprek en bedacht me dat ik in mijn 'waskamertje' een bed had staan. Opgemaakt en wel. En dus zei ik tegen hem dat hij best bij mij kon slapen. In het logeerbed. En zo geschiedde.

De volgende dag moest ik werken. Bij vriend M, die een horecazaak heeft. Dat was wel even pittig na het feest en het kleine beetje slaap dat het met zich mee had gebracht, maar het was ook erg leuk en gezellig. Ik vertelde M dat J bij mij was blijven slapen. Hij keek me aan en zijn ogen werden groot, want hij dacht natuurlijk dat ik slapen tussen aanhalingstekens bedoelde. Ik begon te lachen en legde hem uit dat J keurig in het logeerbed had geslapen. M fronste zijn wenkbrauwen en er verscheen een ondeugend lachje op zijn gezicht.

"Ik had ook wel bij jou willen logeren," zei hij, "maar dan was ik niet in het logeerbed gaan liggen!"