donderdag 30 januari 2014

BEACHBLUES

Met een dikke vette knipoog:

En dan liggen ze daar maar, he? Hoogblond. Helemaal strak. Geen putje op hun dijen te bekennen. Poepiebruin. Maar dan echt, he? Gewoon écht poepiebruin. Megabruin. Zo bruin dat je je afvraagt of een blank en blond mens überhaupt wel zo bruin kan worden. En dan zonder afdrukken. Terwijl ze overduidelijk met hun bikini aan in de zon liggen, staan die miniscule lapjes stof nergens op hun lijf afgedrukt. Hoe dat kan, he? Dat snáp je toch niet? En dan hoort er uiteraard een tatoeage bij. Een driehoekje in de nek bij de een. De ander een tekst op de voet. En weer de ander een piercing in de navel. Dat is dan mooi ofzo. En dan strak. Strak! Die buiken van die meisjes. En die billen. En dan hebben ze ook nog bórsten! Het moet toch echt niet gekker worden! En dan niet van die buitenproportionele memmen, maar normale. Niet te groot, niet te klein. Nee, precies in verhouding met de rest van hun bevallige, überbruine lijf. En dan liggen ze daar maar. De een in het zand, de ander bovenop een houten vlonder. Weer de ander half in het water. Rug hol, tieten naar voor, witte haartjes naar achter wapperend. Hallo! Zien jullie mij? Zien jullie wel hoe bruin ik ben? Het is dat ze natuurlijk zo ordinair als de pest zijn, anders zou ik er vást jaloers op zijn.

Maar nee joh. Ik ben blij met wat ik heb. Een week zon op Ko Tao zorgt voor sproeten, heel veel sproeten. En tussen die sproeten? Is het gewoon wit hoor. En daar ben ik blíj mee, kan ik je vertellen. Nou nou nou, wat ben ik dáár blij mee! Denk maar niet dat die huid van mij eens denkt: Goh! Laat ik eens bruin worden. Laat ik eens gek doen en net als de huiden van ieder ander mens hier op dit eiland, gewoon mooi kleuren. Gelukkig niet zeg. Stel je voor dat ik er net zou uit zou zien als die jonge meiden met hun poepkleur en ook aanbeden zou worden door iedere man die hier rondloopt. Ik moet er niet aan denken. Gelukkig maar dan, he? Ja, gelukkig maar.

Maar het zou toch best leuk zijn. Een beetje bruin. Al is het maar een heel klein beetje. En dat hoeft niet poepie. Nee, zoveel vraag ik niet. Maar gewoon bruin. En dat hoeft ook niet zonder sproeten. Nee, zoveel zou ik niet durven vragen. Maar daar tussenin. Tussen al die sproeten en moedervlekken in. Gewoon. Zoals ieder ander. Een beetje bruin. Al is het maar een heel klein beetje. Maar joh. Die huid van mij is zo eigenwijs als de pest. Wat denk je? Dat ie brúín gaat worden? Laat me niet lachen. Je kan bakken wat je wil, Nijmeijer, hoor ik hem roepen, maar die bruine kleur die haal je maar lekker uit een potje! En dat terwijl die meiden daar maar liggen te paraderen met hun witte haar en poephuid. En die strakke billen en weelderige tieten. Ze doen het er gewoon om. Ze liggen me daar gewoon passief te pesten. Woorden en afkeurende blikken zijn niet nodig. Ik begrijp de boodschap zo wel. Die ellendelingen doen het puur en alleen om mij te treiteren.

En dan voel ik me lélijk! Lélijk! Lelijk met een hoofdletter L. Dat het ze dan ook nog lukt, he? Die loeders. Ik zou er bijna van eenzaam in mijn eentje op het balkon van mijn hotelkamer gaan zitten. Alles om maar niet geconfronteerd te hoeven worden met hun. Met die duiveltjes. Het feit dat er niemand aandacht aan me schenkt (zelfs de obers niet) bevestigt alleen maar dat ik er totaal niet toe doe en opeens dringt het tot me door. Ik ben wat je noemt een lonely loser.

En aan het einde van de dag als die grieten met hun weelderige, putvrije poeplijfjes het strand verlaten, dan is mijn lijf verfikt. Rood. Tussen de sproeten door is het rood. En dan kan ik op mijn kop gaan staan hoor. Dan kan ik zeggen wat ik wil. Ik kan boos worden en mijn huid tot de orde roepen en bevelen dat hij bruin wordt. Maar denk je dat hij dan denkt, ach, laat ik dat arme mens dat in mij woont eens tegemoet komen? Laat ik haar gewoon eens een keer geven wat ze wil en waar ze al 31 jaar om loopt te zaniken? Laat ik haar gewoon eens die bruine kleur geven? Maar nee hoor. De volgende dag word ik wakker en wat blijkt? Alles is weer wit. Op die sproetjes na. Die zijn wel gewoon bruin en in aantal vertienvoudigd. En één schouder. Die is nog gewoon rood. 

Een week Ko Tao was een ware kwelling. Dat strand en dat helderblauwe water. Die mooie zonsondergangen. Het eten, de gezelligheid. Ach, het was allemaal best te doen. Maar het bikini-tafereel? Het was een ware veldslag...

Wat ben ik blij dat hier vandaag vertrek!!


Geen opmerkingen :

Een reactie posten