zaterdag 13 oktober 2012

HORLOGE

Van de week. Tijdens werk.

Een klant. Een meisje van 25. Ze kijkt naar mijn pols.
"Wauw! Wat heb jij een super mooi horloge om!"
Ik glunder.
"Ja he? Vind ik zelf ook!"





woensdag 3 oktober 2012

OPPASDATE

Afgelopen zaterdag was het weer eens zo ver.


Ik mocht oppassen op mijn lieve nichtjes. Inmiddels zijn ze al vijf en zes en hebben ze al een eigen mening en kunnen ze al erg goed voor zichzelf opkomen. Toen ik ze vroeg hoe hun vakantie was, zei de oudste dat ze het zwembad smerig vond omdat er allemaal vieze zwarte haren in dreven, terwijl de jongste niets anders te melden had dan 'knudde'.

Paps en mams gingen die avond naar een verjaardag en toen pap tegen de meiden zei dat ze goed naar 'tante Kim' moesten luisteren ging de jongste in de verdediging.
"Maar wij wonen hier toch! Wij zijn toch jullie kinderen!"
Ik sloeg mijn armen over elkaar.
"Dan ga ik wel weer naar huis," zei ik, waarop ze allebei hard riepen dat ze dat toch liever niet hadden.




We dronken samen ranja, aten samen chipjes (en fantaseerden erover hoe het zou zijn als hun huis van chips gemaakt zou zijn) en keken samen naar the Voice of Holland.
"Ik zou voor Nick en Simon kiezen. Jij dan, tante Kim?" vroeg de oudste.
"Ik zou voor van Velzen kiezen," antwoordde ik.
Ze keek me aan.
"Welke is dat?"
"Die rechter!"
"Die kleine?"
"Ja!"
"Nee joh!" antwoordde ze, "die is lelijk!"

zondag 30 september 2012

RUST IN DE TENT!

Ik ben een tijdje afwezig geweest op mijn blog.


Dat zit namelijk zo. Ik was nogal druk. Tja, meer kan ik er niet van maken. Ik zou een heel verhaal kunnen vertellen over wat ik allemaal gedaan heb, maar dat ga ik niet doen, want dat heb ik in mijn vorige stukje al gedaan. Door alle hectiek gebeurt er van álles! En van alles soms een beetje te veel.

Sinds ik iets meer dan twee weken geleden (het lijken wel twee máánden geleden) terug kwam van mijn reis door het Amerikaanse continent is het gelukkig wat rustiger. Bewust. Want ik wilde graag meer rust. De afgelopen tijd was druk, maar ook heftig, waardoor ik het nu aan mezelf verschuldigd ben het wat rustiger aan te doen. Maar ook onbewust. Hoewel ik het misschien wel over mezelf heb afgeroepen. Want ik wilde meer rust en kreeg het ook.

Van begin dit jaar tot eind augustus heb ik echt una vida loca geleefd. Ik werkte 200 kilometer van huis, waardoor ik elke dinsdagochtend om zes uur in mijn auto zat en pas vrijdagavond tegen half elf weer thuis was. Ik sliep drie nachten per week in een hotel, nam daar in de buurt een abonnement op de sportschool en voor ik er erg in had was er weer een week om gevlogen. In de weekenden sprak ik af met vriendinnen, mijn broers en deed ik leuke dingen met mijn moeder en op dinsdag knalde ik weer richting het 'westen'.

Ik vond het leuk. Het past bij me. De afwisseling, het op en neer reizen, nieuwe mensen leren kennen. Ik ben geboren in juni en ben dus een echte Tweeling. Er waren mensen genoeg die me voor gek verklaarden, maar ik vond het fijn. En leuk. Zo'n druk leventje. Geen dag hetzelfde. Van hot naar her. Mijn baan an sich werd eigenlijk een beetje een bijzaak.

Maar toen ik eind augustus mijn laatste werkdag van dat project had, slaakte ik een zucht van opluchting. Niet omdat ik het er niet naar mijn zin had gehad, want dat was namelijk wel degelijk zo, maar omdat ik blij was dat ik even niet meer zo ver van huis hoefde. Dat ik even pas op de plaats kon maken. Even op adem kon komen. Even een beetje rust. En toen, zoals ik net al zei heb ik het misschien wel over me afgeroepen, kwam er rust in de tent. En kreeg ik warempel een project bij mij in de buurt. Heel erg in de buurt zelfs. Ik hoef Twente niet eens uit. Hoe rustig wil je het hebben?

Ondanks dat ik hou van reizen en uitdagingen en nieuwe dingen ben ik blij, heel blij dat ik dat nu even niet hoef. Dat ik gewoon plat kan proat'n met mijn klanten als ik dat wil, dat ik gewoon met mijn lelijke Tukkerse accent met mijn collega's kan praten en... dat ik gewoon naar húís kan na een werkdag. Dat ik thuis kom in mijn eigen huisje. Op mijn eigen bankje GTST kan kijken, in mijn eigen bed kan slapen en in mijn eigen keuken mijn potje kan klaarmaken. Zeker nu het buiten steeds kouder wordt en de dagen steeds korter worden. Dat ik een jaar lang (echt een heel jaar in totaal met mijn voorgaande projecten meegeteld) doordeweeks in hotels heb geleefd, kan ik me op dit moment eigenlijk niet voorstellen.


Mijn project loopt in principe tot 1 december. Ik hoop nu al op een verlenging!




zaterdag 22 september 2012

ZOMER 2012

De laatste keer dat ik blogde moest ie nog begínnen en nu is ie alweer voorbij. De zomer. And it was one hell of a summer. 

Ik ging naar een gaaf concert van Pearl Jam in de net geopende Ziggo Dome eind juni (en bij het schrijven van dit stukje kan ik niet geloven dat dat alweer drie maanden geleden is). Ik baalde enigszins omdat we geen goede plaatsen hadden, maar vooral omdat mijn favoriete nummer Black niet werd gespeeld. Hét aller mooiste nummer ooit gemaakt, waar ik nog steeds niet naar kan luisteren zonder het droog te houden. De vrijdag die volgde op het concert besloot ik impulsief samen met een vriendin een hotel te boeken in Noordwijk. De plek waar ik toen werkte was vlakbij de kust en we hadden allebei zin om met onze kop in de wind uit te waaien op het strand. De volgende dag racete ik als een malle terug naar het oosten om met mijn broers, neef en nichten een supergezellige familiedag te houden.

Ik maakte met een collega Amsterdam voor een avondje/nachtje onveilig, ik dronk wijntjes op het dorpsfeest hier in het dorp, ik ging high tea-en op het terras in het zonnetje, ik at geregeld aan het strand in Noordwijk, ik ging een weekend naar Parijs met mijn lieve vriendin M, ik ging een heel weekend naar het strand met mijn lieve moedertje en als afsluiter ging ik eind augustus weer eens ver op reis. Met mijn lieve vriendin D.

Eerst naar Curaçao. Waar ik, toen ik op het vliegveld aankwam, meteen weer begreep waarom ik er bijna vijf (!) jaar geleden zo graag weg wilde. Ik bezocht er het North Sea Jazz Festival, waar ik flabbergasted was van het concert van Carlos Santana. Maar ook Marc Anthony kwam even zingen (en ik heb drie uur achter elkaar staan dansen. Zere vóéten dat ik had!) en Alicia Keys kwam een dag later (ja ja, het festival duurde twee dagen). Ook Maná, een Spaanstalige band uit Mexico, was er en ik werd meegesleurd naar jaren terug toen we op zaterdagavond gingen stappen op Mambo Beach en dansten op hun nummers. Toen ik in Argentinië was hadden ze een hele grote hit, een nummer dat ik helemaal uit mijn hoofd kende, maar juist dát nummer speelden ze niet en dat bezorgde een deja vu naar Pearl Jam twee maanden eerder.

Ik vervolgde de reis naar Miami, waar we in drie dagen tijd twee outlet malls leegshopten en ook nog tijd hadden om het centrum én Ocean Drive te bezichtigen. Voor het strand hadden we helaas geen tijd, want we moesten gauw door naar de Big Apple. Inderdaad, New York City. Waar ik me verbaasde over de drukte op Times Square en ik eigenlijk de ophef over het verschrikkelijke gebeuren daar niet begreep. Times Square is horrible! Maar alle andere bezienswaardigheden en het gewoon het in de stad zijn was ongelooflijk indrukwekkend. Het verkeer, de wolkenkrabbers (cloud scratchers? Nee! Sky scrapers!), de drukte, de mensen, het was één grote geweldige ervaring.

En toen kwamen we terug in Nederland. En was het half september. En zou de zomer officieel nog een weekje duren voordat de herfst zijn intrede zou doen. Tussen alle bedrijvigheid door heb ik ook nog gewoon gewerkt, inderdaad aan de andere kant van het land, waardoor ik constant onderweg was, bijna niet thuis was en dus voor een heleboel dingen veel te weinig tijd had.

Maar wat was het leuk! En wat heb ik genoten. Ik kan er nog veel meer over zeggen, want echt niet álles was leuk (integendeel! Er zijn ook een paar helemaal-niet-zo-leuke dingen gebeurd), maar ik denk dat onderstaande foto's mijn zomertje van 2012 goed in beeld brengen.

PS: Als je op de afbeelding klikt, wordt ie groot!


zondag 3 juni 2012

LIFTER

Nog voordat ik die avond om kwart over zeven van werk naar huis reed wist ik al dat ik moest tanken.


Dat moet ik wel vaker op vrijdagavond. Meestal stop ik bij het BP station bij Muiden net voorbij Amsterdam langs de A1. Die avond besloot ik dat ook te doen. Toen ik klaar was met tanken en de winkel inliep op te betalen, stond de jongeman in de deuropening met een cappuccino in zijn handen. Ik liep langs hem heen, ging betalen en toen ik terug liep zag ik dat hij naar me keek. Toen ik hem voorbij wilde lopen, sprak hij me opeens aan.
"Sorry," zei hij, zijn bekertje nog steeds in zijn handen. "Mag ik vragen waar u naar toe gaat?"
Ik keek hem vragend aan.
"Hoezo?"
"Nou... ik zoek een lift. Richting het oosten."
Ik knikte en realiseerde me dat ik ook richting het oosten moest. Want hoe vaak en hoe lang ik ook al roep dat ik wel weer eens wat anders dan Denekamp wil, ik woon er nog steeds.
"Waar moet je precies zijn dan?" vroeg ik.
De jongeman pakte een kaart tevoorschijn uit zijn broekzak en vouwde hem open.
"Ik ben op weg naar Polen," antwoordde hij, "en ik moet langs Apeldoorn, Deventer en Hengelo."
Hij wees op zijn kaart naar de route die hij er op getekend had. Heel de A1 af en daarna nog verder. Exact dezelfde route die ik al drie maanden elke vrijdagavond rij.
De jongeman keek me aan en vroeg me nogmaals waar ik naar toe ging.
Ik raakte eventjes lichtelijk in paniek. Erg happig op een lifter was ik niet, maar mijn onvermogen om ‘nee’ te kunnen zeggen, deed me twijfelen. Bovendien laaide mijn gevoel voor avontuur op en iets in me zei dat deze knaap best te vertrouwen was.
“Tja,” zei ik tenslotte. “Ik moet ook naar het oosten. En ik kom heel toevallig langs alle plaatsen die jij net aanwees.”
De ogen van de jongeman werden groot.
“Echt? Zou ik dan alstublieft mogen meerijden?”
Ik wilde ‘ja’ zeggen, maar er schoten toch nog weer twijfels door mijn hoofd.
Wat als hij een misdadiger was?
Wat als ik vanavond, notabene op de avond van de dodenherdenking - het was 4 mei -, door hem vermoord ging worden?
Nee, niet doen, dacht ik.
Maar dan moet ik 'nee' zeggen.
Ik kan geen 'nee' zeggen.
Ik keek nog weer eens naar de jongeman.
Ik las hoop in zijn ogen. Ik merkte dat ik benieuwd was naar zijn verhaal en wat hij in godsnaam in Polen ging doen.
Ik kon geen 'nee' zeggen.
En dus zei ik 'ja.'
"Kom maar op!" zei ik tegen hem.
"Echt???" vroeg hij vol blijdschap. Hij klapte nog net niet in zijn handen.
Ik knikte en begon te lopen naar mijn auto. De jongeman gooide zijn bekertje weg en pakte zijn tas van de grond.
"Is dat alles wat je bij je hebt?" vroeg ik hem.
Hij knikte.
"Meer heb ik niet nodig."

In de auto stak hij zijn hand naar me uit.
“Ik ben Sjoerd,” zei hij.
“Kim,” antwoordde ik, terwijl ik schakelde en het gaspedaal intrapte.
Nadat ik hem vroeg wat hij in Polen ging doen, vertelde hij dat hij vrienden ging bezoeken, die hij in Barcelona had ontmoet tijdens een fietsvakantie. Hij woonde in Amsterdam, waar hij studeerde en hij maakte mijn hele dag goed toen hij me nog net geen dertig schatte (want hij zat helemaal goed!).
Ik vertelde hem op mijn beurt over mijn leventje en wat ik allemaal al gedaan had. Hij vond het ’gaaf’ dat ik op Curaçao had gewoond en het leek hem ook een uitdaging om in de detachering te werken, alleen dan niet in het bankwezen (want dat was natuurlijk veel te saai voor een avonturier als hij).
Om acht uur waren we samen twee minuten stil om de doden te herdenken en voor we het wisten waren we een uur verder en bij het laatste tankstation dat hij op zijn kaart had aangekruist aangekomen.
“Ik ga je hier er uit gooien,” zei ik tegen hem.
Hij lachte, pakte zijn tas van de achterbank en stapte uit.
“Bedankt Kim. Ik vond het echt heel gezellig. En dat zeg ik niet omdat ik dat nu hoor te zeggen, maar dat zeg ik omdat dat echt meen.”
Ik keek hem aan en realiseerde me dat ik het met hem eens was. Ik zei tegen hem dat ik hoopte dat hij gauw en veilig in Warschau aan zou komen.
Hij gooide het portier dicht, waarop ik mijn gaspedaal weer intrapte. Ik reed van hem weg. De avond in. Weg van deze vreemdeling uit Amsterdam die Sjoerd heette en onderweg was naar Polen en er nooit achterkomend of hij ooit zijn eindbestemming zou halen.