dinsdag 14 januari 2014

BIZAR BANGKOK

13-01-2014

De geur van eten.


Kruiden, grill, vlees en vis. Kraampjes met eten. Gevangen vissen liggen vers in bakken met ijs, gewoon langs de straat. Ernaast staat een man met een wok boven een enorme vlam de vis te bakken. En vlees. Saté'tjes. Daarnaast staat een vrouw Pad Thai klaar te maken achter haar eigen mobiele kraampje en een paar backpackers staan overduidelijk te genieten van haar kookkunsten.

Richting de Koh San Road vanuit ons guesthouse. Cafétjes, barretjes, restaurants. Het is er gezellig. Lokale bevolking gemengd met backpackers en andere toeristen. De straatjes zijn smal, luid getoeter door de taxi's, scooters en tuktuks die er rijden en je willen passeren. Het is er druk, uit sommige restaurants klinkt muziek en af en toe word je opgeschrikt door getringel van een fietskar vól met vers fruit.

De eetkraampjes vind je overal in de stad. Niet alleen in het backpackersstraatje. Maar langs de grote wegen is het vies. Afval langs de straten, zwerfhonden die op leven na dood zijn, katten die overal tussendoor wringen. Mensen schreeuwen naar elkaar, althans zo lijkt het. Misschien is het gewoon hun manier van communiceren. Sommigen dragen mondkapjes. De smog is hier ten opzichte van een aantal jaren geleden sterk verminderd, maar nog steeds zijn de uitlaatgassen niet te harden.

Het is Azië. Vanaf het eerste moment dat ik voet buiten het vliegveld zet, zegt alles Azië. De gekte in het verkeer, de drukte, Bangkok is precies zoals ik het me had voorgesteld. Meer Azië wordt het wat mij betreft niet. Qua stad. Some hate it, some love it. Ik vind het leuk. Het is fijn om je mee te laten voeren met de vibes van de stad. Zoals in elke stad. Het is nieuw voor me. Niet te vergelijken met geen enkele andere stad die ik bezocht heb. En dat zijn er toch al wel best veel.

Maar vier dagen Bangkok zijn genoeg. We hebben een ochtend gefietst door de stad. Niet over de grote wegen, want dat zou met gevaar voor eigen leven zijn, maar door kleine steegjes. In Chinatown en andere buurten. Langs de huizen en winkeltjes van de lokale mensen. Echt Bangkok. We hebben een aantal ritjes in de tuktuk achter de rug, waarbij we hebben geleerd flink af te dingen en wat overigens ook niet zonder levensgevaar is. We hebben grote malls gezien, zijn de rivier over geweest, hebben tempels bezocht en hebben ook nog tijd gehad om te relaxen, zo tussen de jetlagstress door.

Na vier dagen is het tijd om te gaan. Op naar het noorden. Op naar de jungle. Naar de stad die vroeger de hoofdstad van Thailand was. Op naar groen, naar natuur. Naar olifanten en andere wilde beesten. Met de nachttrein.

Op naar Chiang Mai!

Geen opmerkingen :

Een reactie posten