zondag 19 januari 2014

CHIANG MAI, I LOVE YOU!

Toen ik afgelopen dinsdagochtend na een 14 uur durende treinrit hier in Chiang Mai aankwam, moest ik denken aan tien jaar geleden.

Aan de eerste keer dat ik in Argentinië was. Vier dagen Buenos Aires en daarna twaalf uur in de bus naar het noorden, naar Posadas. Net als nu. Vier dagen Bangkok en daarna naar het noorden. Naar de jungle. Ook in Posadas kwamen we 's ochtends in alle vroegte aan, met dat verschil dat we daar dan vier weken bleven, omdat mijn ex er vandaan kwam en we dan in zijn hometown verbleven. De enige tijd van het jaar die hij met zijn familie had, omdat we toen woonden op Curaçao. Snap je het nog? Overigens ben ik in 2008 zelfs vijf maanden in Posadas gebleven, samen met ex en heb ik er dus inofficieel een beetje gewoond.

Maar dat was niet de enige reden waarom ik afgelopen dinsdag een flashback had. De stadjes zelf lijken namelijk ook op elkaar. Hoewel de inwoners van beide steden het vast niet met me eens zullen zijn, want Azië is niet te vergelijken met Zuid-Amerika, is dit wel hoe ik het beleefde.

En dat ligt niet aan de mensen. Hoewel, nu ik er even bij stilsta, herinner ik me nog dat de Guarani indianen die in Posadas rondhuppelden, er Aziatisch uitzagen, iets wat iedereen het toen met me eens was. Verder is de Thaise bevolking natuurlijk niet te vergelijken met de Argentijnse, in de verste verte niet zelfs. Dat dat even duidelijk is. Van temperament merk ik hier weinig en op zich is het best wel prettig dat ik hier als blondie met blauwe ogen gewoon over straat kan, zonder dat ik aangesproken word door allerlei hitsige mannen die dan ook nog denken dat het prèttig is voor een vrouw om op straat door een man met zijn ogen uitgekleed te worden.

Nee, hier in Chiang Mai gaat er anders aan toe. Er kijkt geen hond naar me (of nou ja, die juist wel) en dat is op zich best fijn.

Waarin de steden wel op elkaar lijken? De straten, de gebouwen. De auto's (en het geluid dat ze maken, stom hè?) en de gemoedelijke sfeer. Het kleinschalige (hoewel dat vergeleken bij Denekamp dan weer niet terecht is), de rust, het geduld. De relaxtheid waarmee men leeft. Elkaar tegenkomen op straat, een praatje op de hoek, een biertje iets verderop. De eenrichtingswegen, de ring om de stad, de uitlaatgassen. Het pleintje in het centrum. Ik voel een beetje dezelfde vibe. De stad uit en je bent in het groen. In de bossen, in de jungle. Met wilde dieren, bergen en watervallen.

Maar er zijn natuurlijk ook verschillen. Geen rivier langs de stad en Chiang Mai is vele malen kleiner met veel minder inwoners. De taal is niet te verstaan, hoewel ik hier soms geneigd ben Spaans te gaan praten. Bovendien is Chiang Mai veel kleurrijker qua mensen en hoor je alle talen op straat. Van Frans tot Engels en van Nederlands tot inderdaad Spaans. Bijzonder dat zo'n klein stadje zo'n toeristische trekpleister is en dat dat allemaal in harmonie samengaat met de lokale bevolking.

Chaing Mai is mooi. Ik ben er zes dagen geweest. Ik heb er Thais leren koken (en eten), ik ben de bergen in gereden en heb de allermooiste tempel bezocht. Ik heb biertjes gedronken op de terrassen en ik heb de meest onvergetelijke ervaring met een stel olifanten net buiten de stad gehad.

Morgen vertrekken we. En gaan we twee dagen nog iets noordelijker. Naar Pai. Waar het, naar het schijnt, truienweer is. Dichtbij de grens met Myanmar. Ik laat het maar weer over me heen komen.

Een ding is zeker. Er is een nieuw plekje op aard waar ik mijn hart achter ga laten. En dat plekje heet Chiang Mai.


Geen opmerkingen :

Een reactie posten