zaterdag 18 januari 2014

OLIFANTJE RIJDEN!

Ik heb gisteren op een olifant gereden.

Dat klinkt echt heel raar en dat is het natuurlijk ook. Niet alleen het feit op zich, maar vooral ook dat ík degene ben die erop gezeten heeft. Ik aai niet eens een hond, omdat ik dan drie kleuren poep schijt, maar voor een olifant draai ik mijn handen niet om. Bizar toch?

We waren in een olifantenkamp. Een opvang voor mishandelde en misbruikte olifanten. Bij Ran Tong hoeven deze prachtige, lieve dieren geen kunstjes te doen voor menselijk vertier, worden ze niet gedrogeerd om hard te werken en worden ze al helemaal niet geschopt en geslagen. Ze worden er goed behandeld en ze blijven er tot hun dood. Ze zijn al teveel beschadigd om terug de natuur in te kunnen.

Onze olifant heette Marsha, een beauty van 35 jaar en haar begeleider (Mahout) heette An (of Am), een jongen uit Korea. Hij was samen met Marsha naar het kamp gekomen. Waarschijnlijk had hij ergens in de rimboe gevonden waar ze was verwaarloosd en achtergelaten.

Marsha was een flinke dame die ons met gemak kon dragen. Ze droeg ons een heuvel op en weer af (goed vasthouden!) en als dank hebben we haar een flinke wasbeurt gegeven. Met boomschors scrubden we haar dikke donkergrijze huid en ze leek het heerlijk te vinden, zo in dat koude water. An/Am week geen moment van haar zijde.

Wat was het bijzonder! Was ik in het begin nogal huiverig om de olifanten alleen maar te voeren, lag ik aan het einde van de dag gewoon met ze in het water. Dat dat kán! Zulke joekels van dieren. Echt enorm zijn ze. Natuurlijk had ik ze wel eens gezien. Achter een hek in de dierentuin. Maar zo dichtbij? Nog nooit. Hun dikke, grijze huid, de grote ogen, de wimpers... om jaloers op te worden. Hun staart die langer is dan ikzelf en dan natuurlijk de slurf. Dat gekke ding wat aan hun gezicht hangt en waar ze een kracht mee kunnen zetten! Hele takken werden onderweg van bomen afgetrokken omdat madam honger had. Dat doen ze dan he? Dan denken ze niet: Goh, ik heb passagiers op mijn rug, laat ik even doorlopen of tenminste iets aan hen aanbieden. Nee joh, ze doen onderweg gewoon lekker hun eigen ding. Zoals de olifant voor ons, die opeens zijn staart omhoog gooide, zijn gat opende en er vijf evengrote groenbruine bollen uit mieterde. Ik kon zomaar raden wat hij die dag gegeten had. Kon hem het nou schelen dat er iemand achter hem liep! Geweldig!

Het was wat je noemt heel, heel bijzonder. Een ervaring die ik, ondanks de lelijke outfit die ik aan moest en die aan het einde van de dag smeriger dan smerig was en de vieze groenbruine megadrollen, niet had willen missen.

Een onvergetelijke dag!




Geen opmerkingen :

Een reactie posten